Welke keuzes heb je zelf?

Je pensioen meenemen

Krijg je een nieuwe baan? Dan kun je het pensioen dat je eerder opbouwde meenemen naar je nieuwe pensioenfonds. Dat noemen we waardeoverdracht.

Het is lastig om te beoordelen of waardeoverdracht gunstig is voor jou. Als je kiest voor waardeoverdracht wordt het pensioen dat je eerder hebt opgebouwd omgerekend naar een pensioen in je nieuwe pensioenregeling. Omdat pensioenregelingen van elkaar verschillen kan waardeoverdracht dus gevolgen hebben voor de hoogte van je pensioen. De waarde van je pensioen blijft wel altijd hetzelfde. Een financieel adviseur kan je helpen om deze keuze te maken.

Je regelt waardeoverdracht altijd bij je nieuwe pensioenfonds. Daar dien je  een verzoek voor waardeoverdracht in. Vervolgens ontvang je een offerte. Op de offerte staat hoeveel pensioen je krijgt in de nieuwe pensioenregeling. Pas als je akkoord gaat met de offerte wordt de waardeoverdracht in gang gezet.

Pensioenvergelijker

Wil je jouw pensioenregeling vergelijken met een andere pensioenregeling? Dat doe je met de pensioenvergelijker. Er zijn aparte pensioenvergelijkers voor de basisregeling (de middelloonregeling) en voor de excedentpensioenregeling (de beschikbare premieregeling).

Wil je jouw pensioenregeling vergelijken met een andere pensioenregeling? Dat doe je met de pensioenvergelijker. Er zijn aparte pensioenvergelijkers voor de basisregeling (de middelloonregeling) en voor de excedentpensioenregeling (de beschikbare premieregeling).

Ouderdomspensioen ruilen voor partnerpensioen

Als je met pensioen gaat, kun je een deel van je ouderdomspensioen uitruilen voor partnerpensioen.

Als je met pensioen gaat kun je kiezen voor een andere verdeling tussen het ouderdomspensioen en partnerpensioen. Je kunt besluiten om ouderdomspensioen in te ruilen voor partnerpensioen.

Je krijgt hierdoor een lager ouderdomspensioen, maar als je overlijdt krijgt je partner wel een hoger partnerpensioen. Er gelden wel grenzen. Zo kan het partnerpensioen nooit hoger worden dan het ouderdomspensioen.

Partnerpensioen ruilen voor ouderdomspensioen

Als je met pensioen gaat kun je partnerpensioen uitruilen voor ouderdomspensioen.

Als je partner zelf een pensioen heeft is het misschien niet nodig om een partnerpensioen te regelen. Je kunt er dan voor kiezen om het partnerpensioen in te ruilen voor ouderdomspensioen. Het ouderdomspensioen wordt hierdoor hoger, het partnerpensioen lager. Je partner moet het wel eens zijn met deze keuze.

Als je geen partner hebt wordt het partnerpensioen automatisch ingeruild voor een hoger ouderdomspensioen.

Eerder met pensioen gaan

Je kunt eerder met pensioen gaan dan de standaardleeftijd van 68 jaar. Je pensioen wordt hierdoor wel lager.

Je kunt kiezen om het pensioen eerder dan je 68e in te laten gaan maar niet later. Je pensioen is nu berekend alsof je vanaf je 68e je pensioen krijgt. Het pensioen dat je jaarlijks gaat krijgen wordt lager als je eerder met pensioen gaat.

Dat is ook wel logisch: je krijgt het pensioen namelijk langer uitgekeerd. Voor elk jaar dat het pensioen eerder in gaat, wordt het pensioen ongeveer 7% lager. Je kunt het pensioen op zijn vroegst op je 60e in laten gaan.

Pensioenfonds APF gaat er vanuit dat je met pensioen gaat als je ook AOW krijgt. Dan stopt namelijk ook je arbeidsovereenkomst. Als jij op een ander moment met pensioen wilt gaan moet je dit zelf aan Pensioenfonds APF doorgeven. Ook moet je dit met je werkgever afstemmen.

Deeltijdpensioen

Wil je nog niet helemaal stoppen met werken, maar wil je het wel rustiger aan doen? Dan kun je kiezen voor (tijdelijk) deeltijdpensioen.

Als je kiest voor deeltijdpensioen ga je in deeltijd werken. Je krijgt daardoor minder salaris. Daarom laat je ook een deel van je pensioen al in gaan. Je kiest zelf wanneer je helemaal stopt met werken en je pensioen ook helemaal in laat gaan.

Je moet deeltijdpensioen in overleg met je werkgever regelen. Geef dit ook door aan Pensioenfonds APF.

Eerst een hoger óf lager pensioen krijgen

Je kunt kiezen voor een variabele pensioenuitkering: de 1e jaren een wat hoger pensioen, en de jaren daarna een lager pensioen. Of juist andersom.

Standaard krijg je elke maand hetzelfde pensioenbedrag. Maar je kunt kiezen om de eerste jaren een hoger en daarna een lager pensioen te ontvangen. Bijvoorbeeld als je je hypotheek nog niet hebt afgelost, of nog geen AOW krijgt. Andersom is ook mogelijk: de eerste jaren een lager pensioen en daarna een hoger pensioen. Het lagere pensioen is minimaal 75% van het hogere pensioen. En de verandering van de hoogte van het pensioen kan uiterlijk op je 72e plaatsvinden.

Chat