Hoe zeker is je pensioen?
Je loopt risico met je pensioen
De hoogte van je uiteindelijke pensioen staat niet vast. Een pensioenfonds heeft namelijk te maken met risico’s die invloed kunnen hebben op de hoogte van je pensioen. Bijvoorbeeld:
- Mensen worden gemiddeld steeds ouder. We moeten het pensioen daardoor langer betalen.
- Een lage rente maakt pensioen duurder. Pensioenfonds APF heeft daardoor meer geld nodig om hetzelfde pensioen te kunnen betalen.
- De resultaten van onze beleggingen kunnen tegenvallen.
De hoogte van je uiteindelijke pensioen staat niet vast. Een pensioenfonds heeft namelijk te maken met risico’s die invloed kunnen hebben op de hoogte van je pensioen:
- Mensen worden ouder
Als de levensverwachting stijgt, wordt het pensioen duurder. Het pensioen moet namelijk langer worden uitgekeerd. Het pensioenfonds moet dan meer geld reserveren om het pensioen te kunnen betalen. - De rente daalt
Ook de rentestand heeft invloed op de financiële situatie van het pensioenfonds. Hoe lager de rente, hoe meer geld we nu al moeten reserveren. We krijgen namelijk minder inkomsten uit de rente. We moeten dus meer geld voor je pensioen reserveren. - De beleggingen vallen tegen
Het pensioengeld wordt belegd. Als de beleggingsrendementen tegenvallen, heeft dit weer invloed op de financiële situatie. - Regelgeving
Het kan voorkomen dat er nieuwe regels voor pensioenen gaan gelden. Bijvoorbeeld strengere regels over hoeveel pensioen je mag opbouwen. Of een verhoging van de pensioenleeftijd. De regelgeving kan dus ook invloed hebben op je pensioen.
Wij proberen je pensioen elk jaar te verhogen
Geld wordt (bijna) elk jaar minder waard. Daarom proberen wij jouw pensioen waardevast te houden.
Middelloonregeling
Pensioenfonds APF probeert jouw pensioen in de Middelloonregeling elk jaar te verhogen. Dat lukt alleen als onze financiële situatie goed genoeg is. We proberen jouw pensioen mee te laten stijgen met de prijzen. We besluiten elk jaar of we jouw pensioen kunnen verhogen en met hoeveel. Helaas lukte het de afgelopen jaren niet om de pensioenen ieder jaar te verhogen.
Beschikbare premieregeling
Wij verhogen jouw pensioenkapitaal in de beschikbare premieregeling niet met (jaarlijkse) toeslagen/indexaties. Hoeveel pensioen je straks krijgt, hangt vooral af van:
- de ingelegde pensioenpremies
- het beleggingsrendement
- het pensioenkapitaal op de pensioendatum
- hoeveel pensioen je voor iedere euro kapitaal kunt kopen.
Krijg je al pensioen uit de beschikbare premieregeling? Of neem je niet meer deel aan deze pensioenregeling en heb je je pensioenkapitaal omgezet in pensioenaanspraken? Dan probeert het pensioenfonds ieder jaar jouw pensioenaanspraken, of het pensioen dat is ingegaan, te verhogen met de prijsindex over de periode september - september van het voorafgaande jaar.
Een deel van deze verhoging (0,04%-punt) was mogelijk door een tijdelijke wettelijke maatregel. Wij mogen de pensioenen namelijk al verhogen bij een beleidsdekkingsgraad van minimaal 105%. Normaal is dat 110%. De prijzen zijn tussen september 2022 en september 2023 gestegen met 0,21%. Pensioenfonds APF heeft goed gekeken naar de effecten voor verschillende leeftijdsgroepen.
Je ziet in onderstaande tabel ook of de stijging van de prijzen is goedgemaakt als de pensioenen omhoog gingen. Het toeslagbesluit tot 1 januari 2020 is nog gebaseerd op de ambitie om jouw opgebouwde pensioen aan te passen op basis van de loonstijging.
Datum verandering | Verhoging van jouw pensioen | Prijsstijging* |
1 januari 2023 | 8,73%** | 14,53% |
1 augustus 2022 | 2,70%*** | 2,70% |
1 januari 2022 | 0,00% | 2,70% |
1 januari 2021 | 0,00% | 1,11% |
1 januari 2020 | 0,00% | 2,65% |
1 januari 2019 | 0,55% | 1,88% |
1 januari 2018 | 0,00% | 1,45% |
* De prijsstijging in de periode van september van het jaar voorafgaande aan de datum van toeslagverlening ten opzichte van september van het jaar daaraan voorafgaand.
** Een deel van deze verhoging was mogelijk door een tijdelijke wettelijke maatregel. Wij mochten de pensioenen namelijk al verhogen bij een beleidsdekkingsgraad van minimaal 105%. Normaal is dat 110%.
*** Deze verhoging was mogelijk door de tijdelijke wettelijke maatregel. Wij mochten de pensioenen namelijk al verhogen bij een beleidsdekkingsgraad van minimaal 105%. Normaal is dat 110%.
Wat doen we als er een tekort is
Als we een tekort hebben, moeten we misschien maatregelen nemen. De maatregelen staan dan in een herstelplan.
Voorbeelden van maatregelen voor de Middelloonregeling zijn:
- Jouw pensioen groeit niet (volledig) mee met de prijzen.
- Jouw pensioen gaat omlaag. Dit gebeurt alleen als het niet anders kan.
- Jouw premie gaat omhoog.
Het is niet zeker of we de komende jaren jouw pensioen kunnen verhogen. Als het in de toekomst tegenzit, moeten we jouw pensioen misschien verlagen. We doen dit alleen als het niet anders kan. De afgelopen jaren hebben wij de pensioenen niet verlaagd. Door de zeer sterke daling van de rente is de kans op een mogelijke verlaging van de pensioenen op termijn toegenomen. Het bestuur doet er uiteraard alles aan om een verlaging in de komende jaren te voorkomen, maar kan dit niet uitsluiten.
We hebben met de werkgever een vaste premie afgesproken. Niet meer, maar ook niet minder. Onder normale omstandigheden is de premie die de werkgever betaalt ruim voldoende om je pensioen te kunnen financieren, maar je hebt geen garantie. Als het slecht gaat met het pensioenfonds dan moet Pensioenfonds APF de financiële situatie van het fonds zelf herstellen. Bijvoorbeeld door geen indexatie te verlenen of de pensioenen te verlagen.
De financiële situatie is afhankelijk van verschillende factoren
- Allereerst speelt de rentestand een belangrijke rol. Als de rente daalt, moeten we meer geld reserveren waardoor de financiële situatie verslechtert. Je kunt dit vergelijken met een spaarrekening. Als je over 20 jaar € 1.000,- nodig hebt en de rente is 1%, dan moet je nu € 820,- op je bankrekening hebben staan. Je krijgt namelijk rente en na 20 jaar kom je uit op € 1.000,-. Als de rente 4% in plaats van 1% is, hoef je nu maar € 456,- in kas te hebben om over 20 jaar ook op € 1.000,- uit te komen. Dit geldt ook voor pensioenfondsen: hoe lager de rente hoe meer geld we moeten reserveren.
- Daarnaast spelen ook de beleggingskoersen een rol. Het pensioengeld wordt belegd. Als de beleggingsrendementen tegenvallen, heeft dit weer invloed op de financiële situatie. We hebben dan minder geld dan verwacht, waardoor onze financiële situatie verslechtert.
- Tot slot kan het pensioen ook duurder worden omdat mensen ouder worden. Als de levensverwachting stijgt, moet het pensioen langer worden uitgekeerd, terwijl hier nooit premie voor is betaald. Het pensioenfonds moet dan meer geld reserveren om het pensioen te kunnen betalen.